Zonder steun van de Vrienden had het Allard Pierson in 2021 nooit twee wonderschone en zeldzame boeken kunnen verwerven: een getijdenboek en een gebedenboek uit de bibliotheek van Pompejus Occo (1483-1537). Over particulier boekenbezit in Nederland vóór de zeventiende eeuw, tijdens de overgang van middeleeuwen naar renaissance, is zeer weinig bekend.
De ontdekking en verwerving van deze twee fraai verluchte manuscripten brengt daar verandering in. Met deze zeldzame getuigenissen van particulier boekenbezit in Amsterdam is het aantal boeken dat bekend is uit de befaamde bibliotheek van Occo in één klap verdubbeld, van twee naar vier.
Particulier boekbezit
Rond 1510 vestigde de in Oost-Friesland geboren Pompejus Occo zich in Amsterdam. In zijn huis ‘Het Paradijs’, gelegen tussen de Kalverstraat en het Rokin, bracht hij een omvangrijke bibliotheek bijeen, die uit ‘wel duizend boeken’ bestond. Occo stelde zijn omvangrijke boekerij vrij ter beschikking aan Amsterdamse humanisten, kunstenaars en drukkers. Zo droeg hij sterk bij aan de culturele opgang van de stad.
De twee verworven manuscripten werpen nieuw licht op deze bibliotheek uit de vroege zestiende eeuw, die zich op een steenworp afstand bevond van het huidige Allard Pierson, de erfgenaam van de zestiende-eeuwse Amsterdamse stadsbibliotheek. Na vijf eeuwen zijn ze nu terug in Amsterdam, op een steenworp afstand van de plek van ‘Het Paradijs’.
