Tentoonstelling, 30 oktober 2025 - 5 april 2026

Decor in drie bedrijven

Een tentoonstelling over theatervormgeving in drie bedrijven: het museum, de huiskamer en het atelier. Centraal staat de 'Nachtwacht van de nationale theatergeschiedenis': het Slingelandttheater.
 

Datum
30 oktober - 05 april
Tijd
10.00 - 17.00
Prijs
Op vertoon van museumticket

De huiskamer: miniatuurtheater van Baron van Slingelandt

Centraal in de tentoonstelling staat het 18de-eeuwse huiskamertoneel van Baron van Slingelandt. In 1781 liet Hieronymus van Slingelandt (1762-1829) een verkleinde versie van de Amsterdamse stadsschouwburg bouwen. Het theatertje stond als pronkstuk opgesteld in zijn huiskamer. Tijdens voorstellingen voor vrienden en familie werd gedemonstreerd hoe de mechaniek van het theater werkte. Het wisselen van decors in dit miniatuurtoneel werkt hetzelfde als in echte theaters uit de 18de eeuw. De fijn geschilderde coulissendecors zijn gemaakt door Pieter Barbiers II, die ook decors schilderde voor de echte schouwburg aan het Leidseplein. Voor Decor in drie bedrijven is de Grot in het miniatuurtheater geïnstalleerd. De Gevangenis en het Winterbos zijn in vitrines tentoongesteld.

Conservator Hans van Keulen: “Het Slingelandttheater is van grote historische waarde. Het geeft nog steeds een gedetailleerd beeld van de 18de-eeuwse decors en theatervormgeving. De echte decors uit die tijd zijn allemaal weggegooid of verbrand omdat er regelmatig theaters in vlammen opgingen.”
 

Het atelier: inspiratie voor kunstenaars van nu

Het historische huiskamertoneel van Baron van Slingelandt inspireerde hedendaagse kunstenaars Arne Hendriks en Josef Zappe tot het maken van een replica. Met de technische werking van het kamertoneel gaan ze het gesprek aan over hoe mensen omgaan met het landschap. Arne Hendriks is gedurende de looptijd regelmatig aanwezig in de tentoonstelling als in een open atelier.

Arne Hendriks: “Zoals mensen ooit letterlijk aan de touwtjes van theaterdecors trokken, zo beïnvloeden ze vandaag de inrichting van onze natuurlijke omgeving. Wij Nederlanders zien het landschap vaak ook als een maakbare machine.” Bezoekers mogen op dagen dat de kunstenaar aanwezig is de replica van de kunstenaars bedienen en zo de techniek achter de transformatie van de scènes onderzoeken.
 

Jaap van Dam, decorontwerp voorMacbeth[van William Shakespeare], 192?, aquarel

Het museum: Stedelijk Museum 1922

De realistisch geschilderde decors, zoals getoond in het huiskamertoneel van Baron van Slingelandt, waren tot ongeveer 1900 de norm. Daarna brak een tijdperk aan waarin architecten, kunstenaars en theatermakers experimenteerden. De moderne scenografie deed zijn intrede. In 1922 organiseerde het Stedelijk Museum Amsterdam een grote internationale tentoonstelling over theatervormgeving met onder meer werk van Hendrik Berlage (1856-1934), Henry van der Velde (1863-1957) en Serge Diaghilev (1872-1929). Hans van Keulen: “De tentoonstelling van 1922 was een revolutionaire presentatie  die een enorme invloed had op theatermakers in binnen- en buitenland.”

In dit derde ‘bedrijf’ toont het Allard Pierson een virtuele reconstructie van deze baanbrekende tentoonstelling, ontwikkeld met het 4D Research Lab van de Universiteit van Amsterdam. De reconstructie is aangevuld met een kleine selectie uit de origineel tentoongestelde voorwerpen, inclusief een aantal Aziatische maskers die de samenstellers destijds uit het Rijks Etnographisch Museum lieten overkomen. Van Keulen: “Met hulp van het 4D lab van de UvA is het mogelijk om 103 jaar na dato door deze tentoonstelling van 1922 te lopen. De tentoonstelling zelf was qua ontwerp ook een soort theaterdecor en in die tijd revolutionair.”

H.Th. Wijdeveld,affiche Internationale Theatertentoonstelling, 1922, lithografie

De tentoonstelling is mede mogelijk gemaakt door VandenEnde Foundation, Gravin van Bylandt Stichting, Stichting Melanie, Stichting Kramer Lems en Fonds Podiumkunsten